Door toenemende druk van de wet- en regelgeving opgelegd door de VN-klimaattop in Parijs, wordt duurzaamheid steeds belangrijker in het bedrijfsleven.
Eén van de doelstellingen van het Klimaatakkoord van Parijs is vastgelegd in de ‘Green Deal’, waarin bedrijven gestimuleerd worden om bekend te maken in welke mate hun activiteiten bijdragen aan de Europese ambities.
Recentelijk heeft de klimaattop in Egypte de volgende stap gezet. Op zondag 20 november 2022 is er een slotakkoord bereikt over de oprichting van een wereldwijd schadefonds voor landen die kwetsbaar zijn voor de gevolgen van klimaatverandering. Een aantal partijen, waaronder de Europese Unie, wil in ruil daarvoor wel dat landen extra stappen zetten om verdere opwarming te voorkomen. Zo is er afgesproken dat landen tot eind 2023 hebben om hun klimaatdoelen bij te stellen om de afspraken van het Klimaatakkoord van Parijs te halen.
Deze ruimere aandacht voor ESG-factoren – Environmental, Social & Governance – biedt kansen voor dealmakers, nu het tijdperk van ‘gemakkelijk geld’ ten einde loopt.
Goedkoop geld
Het tijdperk van ‘gemakkelijk geld’ is na een lange periode geëindigd. Goedkoop geld en lage inflatie zorgden voor een gunstig klimaat voor bedrijfstransacties. Deze prikkels beginnen af te nemen, nu de inflatie de pan uit rijst en politieke leiders de nood voor evenwicht van de boeken erkennen.
Als dealmakers moeten we aanvaarden dat de door het zogenaamde ‘gratis geld’ gecreëerde kansen vrij snel zullen verdwijnen, maar andere opportuniteiten dienen zich aan onder de impuls van nieuwe wet- en regelgeving omtrent ESG.
In maart 2021 is er door Europa nieuwe regelgeving ingevoerd voor de financiële sector: de Sustainable Finance Disclosure Regulation (SDFR). De SDFR is gericht op de duurzame, sociale en ecologische veranderingen en betreft regels over transparantie, zoals het verstrekken van duurzaam-gerelateerde informatie met betrekking tot financiële producten. Met de toegenomen publieke controle op ESG-praktijken van particuliere bedrijven, kunnen de bedrijven met zwakke kwalificaties zich niet langer verbergen.
Naast de vele verplichtingen die de SDFR met zich meebrengt, biedt de toenemende focus op de ESG-factoren ook kansen.
Waardecreatie
Uit onderzoek van Bain & Company blijkt dat ESG hedendaags één van de uitgangspunten vormt bij het creëren van waarde. In de private equity-sfeer is ESG standaard geworden dankzij het groeiende besef dat waardecreatie en duurzaamheid hand in hand kunnen gaan. Vooroplopen in de wereldwijde beweging naar duurzaamheid en geavanceerde ESG-integratie is noodzakelijk om een concurrentievoordeel te bewerkstelligen.
Het rapport van PwC genaamd ‘Private equity’s ESG journey’ toont aan dat private equity-bedrijven de game changers kunnen zijn als zij ESG centraal stellen in hun bedrijfsstrategie. Tegelijkertijd zullen de private equity bedrijven die ESG niet omarmen het risico lopen op een aanzienlijke waarde-erosie. De sleutel ligt bij de benadering van ESG: de overbrugging van compliance naar duurzame waardecreatie.
Deze waardecreatie is tevens terug te zien bij overnamekandidaten.
Vrije geldstromen
Voor de overnamekandidaten is het belangrijk dat zij zich blijven concentreren op hun ESG-beleid in de macro-economische omgevingen. Duurzaam ondernemen verhoogt de vrije geldstromen door het genereren van een hogere omzet.
Naast de toename in de vrije geldstromen, leidt het voeren van een duurzaam ESG-beleid tot een lager risicoprofiel. De onderneming is beter en sneller in staat om zich aan te passen en te voldoen aan de snel veranderende wet- en regelgeving. Daarnaast is de onderneming vaak succesvoller in het werven en binden van geschikt personeel, wat gezien de krappe arbeidsmarkt een substantiële impact kan hebben.
De verhoogde vrije geldstromen en het lagere risicoprofiel resulteren in een waardevermeerdering van de onderneming. Het belang van het ESG-beleid en toenemende druk van nieuwe wet- en regelgeving zorgt ervoor dat duurzaamheid als nieuw mantra wordt gezien nu het tijdperk van ‘gemakkelijk geld’ geëindigd is.