Bedrijfswaarde bepalen met vuistregels & historische cijfers

Voor het bepalen van de waarde van een bedrijf wordt vaak gebruik gemaakt van vuistregels en historische cijfers.
header image

27 januari 2023, Peter Rikhof, Brookz

Voor de berekening van de waarde van een bedrijf wordt vaak gebruik gemaakt van vuistregels en historische cijfers. Het grote nadeel van deze methodes is dat ze vooral naar het verleden kijken en niet naar het toekomstige verdienvermogen van een bedrijf. En voor een koper is dat in feite het enige wat telt.

Bij een bedrijfsovername wil zowel de verkoper als de koper vaststellen wat de waarde van de betreffende onderneming is. Echter, waarde is een subjectief begrip. Waarde wordt vaak bepaald door het persoonlijk perspectief - een jaarkaart Ajax is meer waard voor een voetballiefhebber dan voor een basketbal-fan - en door de omstandigheden. Zo is een glas water voor iemand die al drie dagen in de woestijn rondloopt waarschijnlijk meer waard, dan voor iemand die een op een terras een espresso bestelt.

Waarde of prijs?

Maar eerst willen we je op het verschil tussen de waarde van jouw bedrijf en de prijs van jouw bedrijf wijzen. De waarde is een (subjectieve) schatting van de mogelijke prijs. Het feit dat de verkoper meestal een hogere waarde in gedachten heeft dan de koper, geeft al aan dat het om percepties gaat en niet om een objectieve waarheid. Jouw berekende waarde van jouw bedrijf vormt het vertrekpunt waarmee je de onderhandelingen ingaat. 

De prijs is het bedrag dat de koper voor jouw bedrijf betaald. De prijs is het uiteindelijke resultaat van de onderhandelingen en wordt door diverse factoren beïnvloed, zoals de financiële positie van de verkoper, de mate van concurrentie van andere kandidaat-kopers, de wijze van financieren door de koper, de fiscale consequenties, de onderhandelingskracht van beide partijen en niet in de laatste plaats: emotie, hoe graag wil de koper en hoe graag wil de verkoper? Waarde en prijs zijn dus twee verschillende begrippen. 

Om tot een enigszins objectieve waardering te komen worden er in de praktijk veel methodes gebruikt die een bedrijfswaardering moeten standaardiseren. Deze waarderingsmethodes nemen vooral de historische (boekhoudkundige) cijfers als uitgangspunt. Deze cijfers komen uit de administratie en de jaarrekeningen van het bedrijf.

Het voordeel van deze benadering is dat het snel een eerste indicatie geeft van de waarde van een bedrijf. Het nadeel is dat de toekomst van het bedrijf - en daarin is de koper toch vooral geïnteresseerd - niet of nauwelijks wordt meegenomen. Deze methoden geven slechts bij toeval een juiste uitkomst en laten de toekomstige verdiensten volledig buiten beschouwing.

In de praktijk worden de volgende waarderingsmethodes op basis historische (boekhoudkundige) veel gebruikt:

  1. Vuistregels
  2. (Verbeterde) rentabiliteitswaarde
  3. Intrinsieke waarde


We gaan hieronder op elke methode wat dieper in:

1. Bedrijfswaarde berekenen op basis van vuistregels

In de praktijk van het midden- en kleinbedrijf wordt het gebruik van vuistregels (ook wel multiples genoemd) veel toegepast om de waarde van een onderneming te bepalen. Het gaat daarbij om formules als:

  • 5 x de nettowinst
  • 0,75-1,5 x de jaaromzet
  • 1 x de intrinsieke waarde + 2 x de nettowinst
  • 4 x EBITDA
  • 5 x EBIT


Deze lijst is oneindig aan te vullen met andere waarden en andere variabelen, zoals een bedrag per vaste klant of abonnee. Binnen een branche is vaak een soort consensus ontstaan over welke vuistregel op die markt van toepassing is. Zo is een accountantskantoor bij dezelfde omzet relatief meer waard dan een schoonmaakbedrijf. Vuistregels vertegenwoordigen dus niet een algemeen geldende ‘waarheid’ die voor alle bedrijven of branches toepasbaar is.

Een vuistregel biedt houvast bij de waardebepaling van een onderneming. Als het in een branche gebruikelijk is om vier of vijf keer de nettowinst als uitgangspunt te nemen, dan geeft dat een eerste indicatie van de waarde. Bij gelijkblijvende omstandigheden betekent een waarde van vijfmaal de winst dat de koper, door zijn hogere financieringslasten, meer dan vijf jaar moet werken om de overname terug te verdienen. En dan houden we er nog geen rekening mee dat de betaling ‘vandaag’ plaatsvindt en dat de winsten pas de komende jaren worden ontvangen. Wil de koper de terugverdientijd bekorten, dan zal hij het bedrijf dus moeten laten groeien.

Nadelen vuistregels

Vuistregels zijn eenvoudig, maar er kleven ook nadelen aan, zeker vanuit het perspectief van de koper. We noemen nog even de drie grootste nadelen:

  • Discussie over het begrip nettowinst. Jaarcijfers worden meestal genormaliseerd, vaak in het voordeel van de verkoper, waarmee de formule wordt losgelaten op opgepoetste cijfers.
  • Vuistregels zijn gebaseerd op historische cijfers. De winst in de toekomst wordt gelijk gesteld aan het gemiddelde van de afgelopen jaren. Maar winsten uit het verleden bieden nu eenmaal geen garantie voor de toekomst. Zeker als de verkoper zeer bepalend is geweest voor het commerciële succes van de onderneming, is het nog maar de vraag of dezelfde winst ook in de toekomst wordt behaald.
  • Vuistregels gaan voorbij aan de specifieke kenmerken van een onderneming. Hoe afhankelijk is het bedrijf van de eigenaar? Zit er veel of weinig vreemd vermogen in het bedrijf? Zijn er op korte termijn grote investeringen nodig?


Voorgaande nadelen spelen vooral voor de koper, maar ook voor een verkoper kan een vuistregel nadelig uitpakken. Dit speelt vooral bij snelgroeiende bedrijven. In het verleden waren de winsten laag, omdat jouw bedrijf in de opstartfase verkeerde. Maar de komende jaren, als het bedrijf op stoom komt, zal de winst naar verwachting veel hoger zijn. Een vuistregel houdt met dit toekomstscenario geen of weinig rekening en dus pakt de waarde te laag uit. kortom, er kleven nogal wat nadelen aan deze methode.

2. Bedrijfswaarde berekenen op basis van rentabiliteitswaarde

Bij waardering volgens de rentabiliteitswaarde kijk je al wat meer naar de toekomst. Het is een eenvoudige manier om de contante waarde van de te verwachten winst te bepalen. Deze berekening verloopt in twee stappen:

  • Eerst bepaalt je de ‘normale’ winst op basis van gemiddelde, genormaliseerde winsten uit het verleden en verwachtingen voor de toekomst.
  • Vervolgens deel je deze winst door het vereiste rendement op het eigen vermogen.


Deze rendementseis is vaak gebaseerd op de rente op een langlopende risicoloze belegging plus een opslag voor branche- en ondernemersrisico. Hoe hoger de rendementseis, hoe lager de waarde van de onderneming.

Het is duidelijk dat de belangen van koper en verkoper bij deze methode niet parallel lopen. Ook kunnen discussies ontstaan over de hoogte van de ‘normale’ winst die in de formule wordt gebruikt.

Verbeterde rentabiliteitswaarde

Een variant op de genormaliseerde rentabiliteitswaarde is de zogeheten ‘verbeterde rentabiliteitswaarde’. Deze variant houdt rekening met de door de koper gewenste financieringsverhouding tussen eigen en vreemd vermogen van het te waarderen bedrijf. Hoe hoger het aandeel vreemd vermogen in een bedrijf - dus hoe hoger de schuldenlast - hoe minder het waard is.

Voorbeeld rentabiliteitswaarde

Op basis van resultaten uit het verleden en prognoses voor de toekomst bedraagt de ‘normale’ winst van een onderneming 600.000 euro per jaar. Uitgaande van een marktrente voor lange termijn van 6% en een risico-opslag van 9%, is de rendementseis 15%.  De rentabiliteitswaarde van de onderneming bedraagt hierdoor:

600.000 / 15%  =  4 miljoen euro

Als de koper de risico’s hoger inschat en een rendement verlangt van 20%, dan drukt dat de waarde met een miljoen, ofwel met 25%:

600.000 / 20%  =  3 miljoen euro

Een verbetering van de rentabiliteitswaarde ten opzichte van een vuistregel is dat de winst contant wordt gemaakt tegen een bepaald risicoprofiel. Een groot nadeel van de rentabiliteitswaarde blijft dat deze methode ervan uitgaat dat de winst tot in de eeuwigheid dezelfde waarde aanneemt, namelijk die van de berekende ‘normale’ winst. Het houdt geen rekening met schommelingen in de winst. ook wordt geen rekening gehouden met eventueel benodigde investeringen in vaste activa of werkkapitaal.

3. Bedrijfswaarde berekenen op basis van de intrinsieke waarde

De intrinsieke waarde geeft aan wat de waarde is van het eigen vermogen van de onderneming: het totaal van de gebouwen, machines, voorraden, liquide middelen en dergelijke, verminderd met de schulden. De boekwaarde van het eigen vermogen geldt daarbij als uitgangspunt, vervolgens worden de stille reserves en belastinglatentie hierop gecorrigeerd.

De intrinsieke waarde is slechts een momentopname, dat maakt de methode minder geschikt dan andere, dynamische methoden. De intrinsieke waarde is niet geheel objectief vast te stellen, omdat de cijfers op vele manieren kunnen worden beïnvloedt.

De waarde van de vaste activa wordt bepaald door de afschrijvingstermijnen, restwaarde en waarderingsgrondslagen. Door te ’spelen’ met deze variabelen kan de intrinsieke waarde van de onderneming worden opgevijzeld. Ook het verlagen van de voorzieningen (vreemd vermogen) leidt ertoe dat het eigen vermogen toeneemt.

Geschikt voor slecht draaiende bedrijven

Een ander nadeel is dat de intrinsieke waarde slechts iets zegt over de waarde van de bezittingen, maar niet over de potentie om met deze middelen geld te verdienen en dus over de goodwill. De intrinsieke waarde kan bij een gezonde, groeiende onderneming worden beschouwd als de minimumwaarde van de onderneming. Het bepalen van de waarde van een onderneming op basis van de intrinsieke waarde is daarom alleen zinvol bij slecht draaiende bedrijven met continuïteitsproblemen en waarin geen goodwill zit.


Peter Rikhof
Peter Rikhof, Brookz

Peter Rikhof studeerde Economie (Vrije Universiteit) en Journalistiek (Erasmus Universiteit)

Hij is oprichter en algemeen directeur van Brookz & mede-oprichter van Dealsuite en ValuePartner. Daarnaast is hij schrijver van de boeken:

Eerder was hij hoofdredacteur van Management Team en bedenker en hoofdredacteur van ondernemersplatform Sprout.

Als ondernemer was hij de afgelopen 15 jaar betrokken bij meer dan 10 overnametransacties. Ook haalde hij onlangs een investering van meer dan 3 miljoen euro op voor het internationale M&A-platform Dealsuite.

De nieuwe Brookz 500 is er!

De Brookz 500 (editie 2024) is de ultieme jaargids van 292 pagina's met een overzicht van de belangrijkste adviseurs, investeerders, financiers en overige dienstverleners in de Nederlandse MKB-overnamemarkt.

Een waardevolle uitgave die op het bureau van geen enkele ondernemer, investeerder of MBI'er met overname- of verkoopplannen mag ontbreken!

Bedrijfswaarde berekenen?

Met de nieuwe Brookz waarderingstool heb je binnen 15 minuten een onderbouwde waardering die je kunt downloaden als PDF-rapport. Check nu!

Gerelateerde artikelen

Is de waarde van de onderneming ook de waarde voor de ondernemer?

Wat is mijn onderneming waard? Deze vraag krijg ik als overname-adviseur bijna dagelijks, gesteld door nieuwsgierige ondernemers en dat is natuurlijk een hele begrijpelijke vraag.

lees meer >

Multiples en het gevaar van “quick & dirty” waarderen

Waarderen is vooruit kijken, prognoses maken en inschatten wat de onderneming in de toekomst gaat verdienen.

lees meer >

Wat is mijn bedrijf waard? En wat is de juiste prijs?

Bestaat er bij een overname zoiets als een vaste waarde of een gereguleerde prijs?

lees meer >