15 juni 2022, Laurens Sjoerts, Hekkelman advocaten en notarissen
Ondernemers zijn gelukkig druk met ondernemen. Maar zodra het tegenzit, wordt mij geregeld de vraag gesteld: kan ik ook privé worden aangesproken voor schulden van mijn onderneming? Nu de meeste corona-steunmaatregelen per 1 april 2022 zijn geëindigd, zal deze vraag vaker opkomen.
In geval van een eenmanszaak of een VOF kan je inderdaad in privé worden aangesproken. Maar bij een BV geldt in beginsel dat alleen de BV aansprakelijk is voor haar schulden. In deze expertbijdrage zet ik voor je uiteen wat de overwegingen zijn.
De drempel voor het aansprakelijk stellen van een bestuurder van een BV ligt hoog. De gedachte daarachter is dat het maatschappelijk en economisch wenselijk is dat ondernemers risico’s durven te nemen. Het is immers niet de bedoeling dat bestuurders hun handelen te veel door defensieve overwegingen laten bepalen.
In veel gevallen is dus alleen de BV aansprakelijk voor haar schulden.
Uitgangspunt is dus dat alleen de vennootschap aansprakelijk is voor schade die voortvloeit uit een tekortkoming of onrechtmatige daad gepleegd door de BV. Onder bijzondere omstandigheden is, naast aansprakelijkheid van de BV, ook de bestuurder persoonlijk aansprakelijk.
De wetgever eist hierin echter grove schuld of grove nalatigheid van bestuurders om bestuurdersaansprakelijkheid te rechtvaardigen.
Voor het vaststellen van bestuurdersaansprakelijkheid dient ten eerste te worden bepaald of het onrechtmatig handelen heeft plaatsgevonden bij de taakvervulling als bestuurder van de BV. Als dat het geval is, kan een bestuurder, naast de BV, alleen persoonlijk aansprakelijk zijn als hem een persoonlijk ernstig verwijt kan worden gemaakt.
Als DGA kan je ook aansprakelijk zijn als je de aandelen in een BV met schulden overdraagt zonder gedegen onderzoek te doen naar de koper en zijn plannen met de BV
Alledaagse fouten en onopzettelijke domheden leveren geen ernstig verwijt op. Bestuurders hebben nu eenmaal te maken met risico’s en een goed bestuurder is juist iemand die verantwoorde risico’s durft te nemen.
Of een bestuurder persoonlijk een ernstig verwijt kan worden gemaakt, hangt af van de omstandigheden van het geval. Het ernstig verwijt is een open norm die de rechter de mogelijkheid tot maatwerk geeft.
Van een persoonlijk verwijt is in de regel sprake als:
Uiteraard zijn er ook andere situaties te bedenken waarin sprake kan zijn van bestuurdersaansprakelijkheid, zoals aansprakelijkheid voor de loon- en omzetbelasting jegens de fiscus in geval van het niet (tijdig) melden van betalingsonmacht.
Als je als ondernemer je bedrijf overdraagt en niet meer betrokken bent bij de activiteiten van de BV, kan je alsnog aansprakelijk worden gesteld voor schulden die zijn ontstaan in de periode dat je bestuurder was. Uiteraard slechts indien er sprake is van een ernstig verwijt.
Als DGA kan je ook aansprakelijk zijn als je de aandelen in een BV met schulden overdraagt zonder gedegen onderzoek te doen naar de koper en zijn plannen met de BV. Vooral in die gevallen waarin een noodlijdende BV voor een symbolisch bedrag wordt overgedragen. In die gevallen wordt als feit van algemene bekendheid beschouwd dat fraude op de loer ligt.
De drempel voor bestuurdersaansprakelijkheid is hoog en er zal niet snel sprake zijn van ernstig verwijtbaar handelen van een bestuurder. Maar wanneer het water je als ondernemer aan de lippen staat, moet je extra alert zijn. Vaak worden er in die situatie te grote risico’s genomen of toezeggingen gedaan die niet langer haalbaar zijn. De consequentie daarvan kan immers zijn dat je als bestuurder privé ‘hangt’.
Andersom geldt dat net zo goed. Boek niet te makkelijk (grote) debiteurenvorderingen af als een contractspartij niet kan betalen, het kan de moeite lonen om te laten onderzoeken of de bestuurder naast de onderneming aansprakelijk is voor deze schuld.
Werknemers belonen met aandelen in het bedrijf lijkt een slimme zet, maar er zijn enkele belangrijke aspecten om in gedachten moeten houden.
Dit zijn drie belangrijke punten die vanuit het oogpunt van de kandidaat-koper in de intentieovereenkomst moeten worden geregeld.
Het structureren van earn-out-bepalingen in koopovereenkomsten vereist zorgvuldige afweging en een heldere formulering.