Veel ondernemers stellen zich vroeg of laat de vraag: wat is mijn bedrijf waard? Een realistische waardebepaling kan het verschil maken tussen een succesvolle deal en gemiste kansen.
Voor (aspirant-)ondernemers en DGA's is inzicht in de waarde van hun bedrijf essentieel, of het nu gaat om verkoop, aankoop, of andere strategische beslissingen.
Bedrijfswaardering is echter geen exacte wetenschap. Verschillende methoden kunnen worden toegepast, waarvan de Discounted Cash Flow (DCF)-methode en de multiple-methode het meest gangbaar zijn. Maar wat zijn de verschillen tussen deze methoden, zijn er ook overeenkomsten en welke past het beste bij jouw situatie?
DCF: toekomstgericht en gedetailleerd
De DCF-methode baseert zich op de verwachte toekomstige geldstromen die het bedrijf genereert. Deze toekomstige geldstromen worden afgerent naar hun huidige waarde, wat leidt tot een gedetailleerde waardebepaling. Belangrijke factoren hierbij zijn de groeiverwachtingen, investeringsniveau en een passende disconteringsvoet.
Voordeel: De DCF-methode biedt een nauwkeurig beeld van het potentieel van jouw bedrijf en is geschikt wanneer er voldoende betrouwbare informatie over toekomstige prestaties beschikbaar is.
Nadeel: Deze methode is complex en tijdsintensief, en aannames over de toekomst - hoe onderbouwd ook - kunnen de waardeuitkomst sterk beïnvloeden. Vaak worden in DCF-modellen optimistische voorspellingen opgenomen voor omzetgroei, marges en kostenbesparingen. De hoge geldstroomprojecties kunnen leiden tot een hogere waardering dan de markt bereid is te betalen.
Multiple: snel en marktgericht
De multiple-methode gebruikt marktgegevens over vergelijkbare transacties en past een multiple (meestal van de EBITDA) toe op de EBITDA van het te waarderen bedrijf. Deze aanpak weerspiegelt de prijs die de markt bereid is te betalen.
Voordeel: De multiple-methode is eenvoudig en snel toe te passen, en is nuttig in sectoren met voorspelbare groei en rendementen. Voor kleinere, stabiele bedrijven met beperkte groeimogelijkheden werkt deze methode vaak goed.
Nadeel: Deze methode houdt vaak geen rekening met de unieke aspecten van jouw bedrijf, zoals specifieke risico's of groeipotentieel en het is meestal moeilijk om geschikte vergelijkbare bedrijven te vinden, vooral in nichemarkten.
Er zijn dus verschillen, maar hebben beide methoden ook wat gemeen?
Beide methoden richten zich op de operationele prestaties en de daarmee gegenereerde geldstromen van het bedrijf. In de DCF-methode gebeurt dit via voorspelde toekomstige cashflows, de multiple-methode gebruikt een gerealiseerde EBITDA als benadering voor deze cashflows.
Ook houden beide methoden rekening met een rendementseis. De DCF-methode doet dit expliciet via de disconteringsvoet, terwijl de multiple-methode deze rendementseis impliciet weergeeft: de multiple weerspiegelt de reciproke van de rendementseis. Ondanks de sterke vereenvoudigingen lijkt de multiple-methode conceptueel op de DCF-waardering.
Kiezen tussen DCF en multiple-waardering
De keuze voor een waarderingsmethode hangt af van jouw situatie en doelen. Wil je een gedetailleerd, toekomstgericht inzicht? Dan is de DCF-methode geschikt. In discussies met de fiscus zal er overigens vaak geen andere keuze dan deze zijn.
Heb je daarentegen beperkte data of zoek je een snellere waarderingsindicatie? Dan kan een multiple-waardering alvast uitkomst bieden. In de praktijk wordt vaak een combinatie van beide methoden gebruikt om tot een realistische vraagprijs of verantwoord overnamebod te komen.