Het begrip viel de laatste weken weer regelmatig tijdens onderhandelingen: de terugverdientijd. Op het moment dat ik dat hoor, ga ik altijd wat rechter op mijn stoel zitten…
Vanuit de koper begrijp ik de vraag. Die wil weten hoe snel de investering zich terugverdient. Wat is de waarde en de terugverdientijd? Welnu, daarvoor bestaat een zeer eenvoudige rekenmethode:
De cumulatieve toekomstige cashflows in bovenstaand voorbeeld zijn na vijf jaar exact gelijk aan de overnameprijs (5 x 800 = 4.000). Dus wanneer de cashflows zich ontwikkelen conform prognose (een belangrijke aanname) is de overname na vijf jaar zeker niet verliesgevend. Vanaf jaar zes zijn alle positieve cashflows winst. Eenvoudig toch?
Verliesgevend, of toch niet?
Waarom ben ik toch altijd alert als de terugverdientijd-kaart wordt gespeeld? Waarschijnlijk door de, voor mij, negatieve connotatie. Kopers (en soms hun adviseurs) gebruiken het graag als ze de overnamesom te hoog vinden. 'Ik kom tot een terugverdientijd van zes jaar. Dan werk ik zes jaar voor niks', hoor ik dan. Of: 'Ik vind per definitie dat een investering in vijf jaar moet zijn terugverdiend.'
Onderneming behoudt waarde
Op die momenten haak ik af. In het eerste geval wordt volledig voorbijgegaan aan het feit dat een onderneming een waarde behoudt. In het simpele voorbeeld is de onderneming na vijf jaar nog steeds 4.000 waard.
De koper heeft op dat moment 4.000 betaald, 5 x 800 aan inkomende cashflows gehad en dan nog steeds een onderneming met een waarde van 4.000 in handen. Tel uit je winst. De vlieger gaat zelfs op als de koopsom bij een bank wordt geleend. Het rendement in het voorbeeld is gemiddeld 20% en de investering rendeert al vanaf aanvang.
Waarde en terugverdientijd
In het tweede geval stelt men dat de terugverdientijd 'per definitie' maximaal vijf jaar mag bedragen. Op welke wetmatigheid is dat gebaseerd?
Waarschijnlijk komt het voort uit de bankenwereld waarin (veelal grotendeels blanco-gedekte) overnamefinancieringen in een periode van vijf jaar moeten worden afgelost. Die vergelijking gaat wat mij betreft mank: een bank is geen investeerder-ondernemer en opereert ook niet als zodanig.
Bovendien: uit de laatste multiple-analyse van Brookz blijkt dat de gemiddelde overnamesom in het MKB rond de 5x EBITDA (Earnings Before Interest, Taxes, Depreciation and Amortization) bedraagt. De cashflow is altijd lager dan de EBITDA. Hier moeten immers nog (vervangings-)investeringen (in vaste activa en netto-werkkapitaal) en belastingen vanaf.
Een overnamesom van 5x EBITDA heeft dus eigenlijk nooit een terugverdientijd van vijf jaar.
Negatieve connotatie
Maar misschien heb ik ook wel gewoon moeite met het woord zelf. Het impliceert dat eerst veel geld verloren gaat dat moet worden goedgemaakt. Dat zorgt voor die negatieve connotatie.
Is het begrip dus onzin? Nee, dat is te kort door de bocht. Het zal een koper als kengetal kunnen helpen. Zeker als sprake is van de koop van activa (bijvoorbeeld machines), van contracten met een beperkte looptijd of van een onderneming met een onzeker bestaansrecht. Op dat moment is het goed te weten waar het omslagpunt van cumulatieve winst ligt in relatie tot de beperkte levensduur van het koopobject.
Maar voor de overname van een hele onderneming zou deze overweging veel minder een rol mogen spelen.
Return on Investment (ROI)
Wij rekenen en analyseren daarom liever in termen van rendement of Return on Investment (ROI) in relatie tot het ingeschatte risicoprofiel van de investering. Eventueel in combinatie met scenarioanalyses.
Dat doet recht aan de op zich valide gedachten die achter de terugverdientijd liggen, maar dan zonder de negatieve bijwerkingen. In combinatie met ROI en scenarioanalyse werkt het methodisch beter en is het ook eenvoudig èn begrijpelijk voor koper en verkoper.