Vanaf de aanvang van de coronacrisis is de Belastingdienst ondernemers te hulp geschoten door, als onderdeel van een breed steunpakket van de overheid, een betaalregeling in de vorm van een bijzonder belastinguitstel te treffen. Maar welke impact heeft deze regeling op corporate finance vraagstukken, zoals bij de aan- of verkoop van een bedrijf, de waardering van een bedrijf of bij het aantrekken van nieuwe financiering?
Belastinguitstel
Een korte opfrisser van de regeling. Onder de regeling kunnen bedrijven nog tot 1 oktober 2021 uitstel vragen voor het betalen van hun belastingen. De regeling ziet onder andere op vennootschapsbelasting, omzetbelasting (BTW) en loonbelasting. Het bedrag waarover uitstel van betaling is verkregen moet vanaf 1 oktober 2022 worden terugbetaald over een periode van 5 jaar (het uitgangspunt is dat de schuld lineair wordt afgelost). Over de schuld die ontstaat dient invorderingsrente betaald te worden. Deze rente is in 2021 tijdelijk verlaagd naar 0,1% per jaar, maar zal gedurende de komende jaren stijgen naar het oude niveau van 4% per jaar.
Vorderingen en schulden
Bij de aankoop, verkoop of waardering van een onderneming worden de zogenaamde ‘debt and cash like items’ op de ondernemingswaarde gecorrigeerd om tot de waarde van het eigen vermogen te komen. Vorderingen op en schulden aan de Belastingdienst vormen normaalgesproken een onderdeel van de netto werkkapitaalpositie en classificeren, onder de voorwaarde dat deze positie passend is, om die reden meestal niet als ‘debt and cash like item’.
Echter, aangezien de betaaltermijn van de uitstelregeling afwijkt van een normale betaaltermijn en het bovendien kan gaan om relatief forse bedragen, zullen kopers of waardeerders de schulden van de onderneming aan de Belastingdienst voor zover deze betrekking hebben op de corona-gerelateerde betaalregeling vaak wel als schuld meenemen, met een lagere waarde van het eigen vermogen als gevolg. Bij de aankoop, verkoop of waardering van een onderneming is het dus zaak om goed naar de verschillende vorderingen op en schulden aan de Belastingdienst te kijken en deze op te splitsen naar ‘going concern’-componenten versus eenmalige schuldachtige componenten.
Cash like item
Naast de uitstelregeling van de Belastingdienst kan ook de NOW-regeling leiden tot een ‘debt and cash like item’. Dit kan namelijk het geval zijn wanneer de definitieve berekening onder de NOW-regeling tot een ander subsidiebedrag leidt dan het ontvangen voorschot. Wanneer het bedrag van de definitieve berekening lager uitkomt (of verwacht wordt lager uit te komen) dan het ontvangen voorschot leidt dit tot een schuld item die op de ondernemingswaarde in mindering dient te worden gebracht.
Het omgekeerde kan bij deze regeling echter ook plaatsvinden, namelijk wanneer de (verwachte) definitieve berekening hoger uitkomt dan het ontvangen voorschot. Dit zou dan moeten leiden tot een ‘cash like item’ die bij de ondernemingswaarde opgeteld dient te worden.
Hoger kredietrisico
Ook bij financieringsvraagstukken kan de schuld die is ontstaan door belastinguitstel of een afwijkende berekening onder de NOW-regeling een rol spelen. De aflossing en rentebetaling over de schuld aan de Belastingdienst of het UWV zal in ieder geval leiden tot een lagere kasstroom die beschikbaar is voor onder andere investeringen en de aflossingscapaciteit van overige schulden. Daarnaast is de vraag hoe banken omgaan met deze belastingschuld bij het verstrekken van (nieuwe) financieringen. Zeker in bepaalde sectoren waar de schuld ten opzichte van het bedrijfsresultaat hoog is.
De uitstelregeling van de Belastingdienst en de NOW-regeling kunnen direct impact hebben op de waarde van het eigen vermogen
De coronaschuld bij de Belastingdienst of de NOW-terugbetaling leidt tot een hoger kredietrisico voor banken en andere geldverstrekkers. Ook zal de schuld mogelijk worden meegenomen in de berekening van financiële convenanten. Wanneer de kredietmarge is gekoppeld aan een financiële convenant kan dit vervolgens weer tot een hogere kredietmarge leiden. Weliswaar verwachten wij dat banken hier enigszins soepel mee om zullen gaan, gezien de maatschappelijke situatie, maar er is wel sprake van toegenomen risico.
Overheidssteun
Een ander interessant aspect van deze regeling, en in bredere zin alle aan corona-gerelateerde steunpakketten, is het verschil van de regelingen tussen landen. Er zit namelijk veel variatie in de omvang van de hulppakketten tussen landen. Onderzoek van Rabobank laat zien dat met name ontwikkelde landen hun overheidsuitgaven significant hebben verhoogd in 2020. De landen die bovenaan het lijstje staan zijn de Verenigde Staten, het Verenigd Koningrijk en Canada. Deze landen hebben hun overheidsuitgaven als percentage van het BBP tussen 2019 en 2020 met circa 15% verhoogd.
Nederland scoort een stuk lager met een verhoging van circa 7%. Grote verschillen tussen de hoeveelheid steun die bedrijven in verschillende landen ontvangen kan de concurrentiepositie van ondernemingen beïnvloeden. Het is als ondernemer natuurlijk lastig concurreren wanneer je concurrenten veel meer overheidssteun hebben ontvangen simpelweg omdat ze in een ander land zijn gevestigd. Een goed voorbeeld hiervan is Ryanair. Zij spanden in het afgelopen jaar rechtszaken aan tegen verschillende nationale luchtvaarmaatschappijen (waaronder KLM) die miljarden steun ontvingen van hun overheden terwijl Ryanair dit niet kreeg.
Invloed regelingen
Concluderend dient bij de aan- of verkoop van een bedrijf goed rekening gehouden te worden met de uitstelregeling van de Belastingdienst en de NOW-regeling. Deze regelingen kunnen namelijk direct impact hebben op de waarde van het eigen vermogen. Ook bij (bestaande en nieuwe) financieringen dient rekening te worden gehouden met de regelingen.
Ondanks dat de regelingen soelaas kunnen bieden bij liquiditeitsproblemen, kan het zijn dat er sprake is van een negatieve invloed op (het aantrekken van) financiering. Tenslotte kunnen de voorwaarden van de steunpakketten verschillen tussen landen en dit kan de concurrentiepositie tussen bedrijven beïnvloeden.