20 juli 2020, Walt Mossou, Lexcore Belastingadviseurs
In het geval van verkoop van aandelen in een vennootschap aan kinderen of werknemers dient er rekening te worden gehouden met bijzondere aandacht van de Belastingdienst voor de gehanteerde aandelenprijs.
Als de Belastingdienst kan aantonen dat de aandelenprijs te laag is dan zal in geval van overdracht aan kinderen het verschil met de werkelijke waarde belast zijn met aanmerkelijk belangheffing (26,25% in 2020) en schenkingsrecht (20% max.).
Overigens is het in geval van overdracht aan kinderen vaak mogelijk om met een beroep op de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) deze heffingen te beperken. Bij een overdracht aan werknemers voor een te lage waarde wordt veelal loonheffing geheven over het (gebruteerde!) verschil. In de praktijk kan dit naheffingen tot 100% van het verschil tussen de werkelijke waarde en te lage overdrachtswaarde opleveren, nog los van rente en boetes.
Reden om eens in te gaan op de wijze waarop de Belastingdienst zich opstelt in dit soort situaties en op welke terreinen die discussies zich afspelen.
Voor wat betreft waarderingsmethoden is opmerkelijk dat de Belastingdienst in eerste instantie de discounted cash flow (DCF) methode niet accepteerde voor waarderingen. Dat lijkt intussen omgeslagen naar het standpunt dat in principe voor een waardering moet worden uitgegaan van de DCF-methode. Op basis van de jurisprudentie is trouwens duidelijk dat een andere methode ook prima gebruikt kan worden (in die casus betrof het de rentabiliteitswaarde).
Vaak wordt ter vermijding van de fiscale risico’s vooroverleg gezocht met de Belastingdienst. Maar hoe stelt de Belastingdienst zich nu meestal op in zo’n proces? Mijn ervaring (in het MKB-segment) is dat de Belastingdienst zich in toenemende mate opstelt als een verkoper met te grote dollartekens in de ogen. De Belastingdienst wordt daarin de laatste tijd nogal eens terug gefloten in de fiscale jurisprudentie, zie onderstaande uitkomsten van recente uitspraken:
We zien dat de discussies over de waardering van aandelen bij overdracht in eerste instantie gaan over de waardering van de overgedragen vennootschap. Maar zelfs als duidelijk is dat er een zakelijke prijs betaald wordt voor de aandelen dan kan de waardering van aandelen nog een discussie worden als de werknemer of het kind naar de mening van de Belastingdienst door de wijze van financiering teveel bevoordeeld wordt namelijk als er teveel 'goedkope financiering' in de overnamestructuur zit.
Als een werknemer om die reden een (fiscaal) 'lucratief belang' heeft kan de Belastingdienst sowieso in beginsel progressief heffen over alle voordelen uit die aandelen maar desondanks wenst de belastingdienst ook het voordeel op het moment van verstrekking van de aandelen te belasten.
Het vorenstaande impliceert dat belastingplichtigen een lastige keuze dienen te maken. Gaan ze in overleg met de Belastingdienst om daar een afspraak te maken waarbij wellicht een te hoge waarde in aanmerking genomen zal worden óf kiezen ze de weg naar de rechter waarbij de ongewisse uitkomst pas ver in de toekomst bekend zal zijn?
Uiteraard blijft er de hoop dat de Belastingdienst zich wat reëler opstelt en bijvoorbeeld ook de Brookz Overname Barometer eens bekijkt!
In tijden van personeelskrapte denken ondernemers erover om (talentvolle) medewerkers en managers te belonen met aandelen. Maar is dat wel zo verstandig?
Voor iedere ondernemer is het goed om zaken op orde te hebben. Want als die koper komt, zorg dan dat je er klaar voor bent.
Onderschat de impact van een bedrijfsverkoop op medewerkers niet. Denk in een vroeg stadium na over de communicatie met personeel.