2 december 2013, Jeroen Brabers, ABN AMRO
De laatste tijd heb ik een paar keer gezien dat het eigen vermogen van de werkmaatschappij in de vorm van dividend wordt uitgekeerd aan de personal holding, en vervolgens weer wordt terug geleend aan diezelfde werkmaatschappij.
Deze ontstane schuld aan de holding wordt vervolgens geheel achtergesteld naar de bank en klaar is kees. Het garantievermogen voor de bank is niet groter of kleiner dan het zonder die dividenduitkering, teruglening en achterstelling zou zijn geweest en bovendien kan nu fiscaal aftrekbare rente worden geboekt op de achtergestelde lening. Een ander motief kan zijn om in geval van een faillissement meer grip te hebben op een aantal cruciale assets die van belang kunnen zijn om een doorstart te maken.
Vanuit bancair perspectief wil ik deze constructie graag nuanceren. Een achtergestelde lening is in de eerste plaats een lening, die vertrekt is met het oogmerk aflossing en rente te ontvangen. De resultatenrekening en het kasstroomoverzicht zien er bij deze constructie dus (heel) anders uit dan bij de financiering met eigen vermogen: de rentelasten zijn hoger, de winst lager en de kasstroom is door rente en aflossingsverplichtingen ook lager.
De ontwikkeling van de solvabiliteit wordt geremd: niet alleen komt er minder winst beschikbaar, maar de aflossing op de achtergestelde lening drukt daarnaast de solvabiliteit. Dat alles heeft gevolgen voor het weerstandsvermogen van de onderneming, met andere woorden voor de mate waarin deze er in slaagt tegenvallende ontwikkelingen op te vangen.
Naarmate de component achtergestelde leningen groter is in het totaal van het garantievermogen hebben deze bezwaren een negatievere invloed op de kredietwaardigheid en zal de credit rating verslechteren. Temeer omdat ook andere financiële ratio’s zoals bijvoorbeeld de Debt-to-EBITDA ratio, maar ook de debt service capacity ratio zullen verslechteren.
Een slechtere rating betekent vaak een renteverhoging en/of een aanscherping van de kredietvoorwaarden door de bank. Daarnaast kan door deze constructie de kans op bestuurlijke aansprakelijkheid toenemen. De werkmaatschappij mag namelijk geen winst (dividend) uitkeren als blijkt dat zij haar opeisbare schulden daarna niet kan blijven betalen (crediteurenbescherming).
Achtergestelde leningen kunnen in het algemeen toegepast worden bij adequaat gekapitaliseerde ondernemingen met een gezonde rentabiliteit, waardoor middels winstinhouding de achtergestelde lening geleidelijk kan worden afgelost en de solvabiliteit (dat wil zeggen, de relatie tussen garantievermogen en balanstotaal) tenminste gelijk blijft.
Overigens kunnen ook andere stakeholders zoals afnemers, crediteuren, kredietverzekeraars en vakorganisaties interesse tonen in de kwaliteit van de balansstructuur. Ook ten opzichte van deze partijen kan het van belang zijn om een solide balans te tonen.
Als ondernemer moet je rekening houden met de stijgende rente. Waarom is dit een probleem en wat kan je ermee?
In de wereld van financiering zijn private equity en venture capital belangrijke termen. Maar wat is eigenlijk het verschil?
Een participatiemaatschappij kan je voorzien van kennis, kunde en kapitaal om jouw bedrijf verder te helpen groeien.