Als ondernemer kun je om verschillende redenen de keuze maken om een nieuwe aandeelhouder te vinden. Dit kan zijn omdat je het bedrijf wil verkopen en terug wil treden, maar het kan ook zijn dat je als ondernemer door wil en behoefte hebt aan groeikapitaal (bijvoorbeeld voor een groeiplan, overname, herfinanciering of uitkoop medeaandeelhouder) en aan een sparringpartner die het bedrijf wat komt brengen.
Een belangrijke stap is om de geschikte partijen in kaart te brengen. Hier wordt veelal onderscheid gemaakt tussen twee type partijen: strategische investeerders (directe concurrenten of partijen in een aanpalend marktsegment) en financiële investeerders (bijvoorbeeld private equity of family offices van vermogende families).
Voor kleinere investeringsbedragen kan ook worden gedacht aan informal investors ofwel angel investors: vermogende particulieren, met veelal ondernemerservaring die mogelijk ook relevante marktkennis kunnen brengen.
Financiële investeerders
Financiële investeerders zoals private equity hebben veelal een sector-agnostisch investeringsbeleid. Ze oriënteren zich breed op de overnamemarkt en krijgen door corporate finance-adviseurs een breed scala aan proposities aangeboden. Als ze een mogelijkheid zien tot een goede aankoopprijs en een aantrekkelijke businesscase, veelal gevolgd door goede mogelijkheden om het bedrijf na 3-5 jaar weer door te verkopen, dan gaan ze verder in gesprek over een mogelijke participatie.
Nadat een intentieovereenkomst is gesloten, gaat deze partij gedurende het due diligence proces de markt en het betreffende bedrijf verder bestuderen. Indien ze gedurende dit traject tot andere inzichten komen, zal het overnametraject worden afgeblazen. Veelal hanteren deze investeerders een brede trechter: ze ontvangen een hoog aantal proposities, waarvan met een beperkt aantal een intentieovereenkomst wordt bereikt, en waarna de kans bestaat dat alsnog gedurende het boekenonderzoek van de overname wordt afgezien door nieuwe inzichten.
Daarnaast zijn financiële investeerders vaak hoofdzakelijk bezig met deals. Nadat een overname is afgerond, gaan ze vrijwel gelijk over tot het volgende overnameproces. Vaak werkt private equity namelijk vanuit fondsen met een beperkte looptijd: aan het begin van de fondscyclus moet veel in korte tijd worden geïnvesteerd, en zodra het fonds vol is belegd wordt al snel onderzocht welke participaties tegen winst kunnen worden doorverkocht. De aandacht die gedurende participatie aan de bedrijven wordt besteed om waarde toe te voegen is veelal beperkt.
Strategische investeerders
Strategische investeerders zijn in veel opzichten exact het tegenovergestelde van private equity. Zo hebben ze veelal niet de intentie om het aangekochte bedrijf weer door te kopen. Bovendien is sectorkennis ruimschoots aanwezig, en zal de kopende partij veel input kunnen en willen leveren om waarde toe te voegen.
De consequentie van een strategische koper is vaak wel dat het bedrijf zijn autonomie verliest. Er zal moeten worden gerapporteerd aan het hoofdkantoor en worden gewerkt in het opgelegde stramien. Waar mogelijk worden bedrijven geïntegreerd om te uniformiseren en kostensynergie te behalen, en soms is het overgenomen bedrijf na verloop van tijd in zijn geheel weg gefuseerd. Sommige oud medewerkers zullen zich wellicht met verfrissend enthousiasme hebben aangesloten bij het nieuwe geheel, maar anderen zullen zich niet langer kunnen identificeren met het bedrijf en vertrekken.
Investeerders met sectorfocus
Een tussenvariant is dat een investeerder zich in een bepaalde sector specialiseert. Deze partijen bewegen zich af van financiële partijen, en fungeren meer als een holding met aandelenbelangen in een groep van gelijksoortige, zelfstandige bedrijven, waarbij wordt gewerkt aan waardecreatie. Vaak is samenwerking tussen de onderlinge bedrijven aan beide kanten nuttig.
Sectorinvesteerders buigen zich over minder verschillende overnameproposities. Veel proposities voldoen niet aan de gewenste businesscriteria en worden op voorhand niet opgevolgd. Dit betekent dat naar de overgebleven proposities een stuk serieuzer wordt gekeken, en hier kan ook een beter onderbouwde afweging worden gemaakt om al dan niet verder te spreken.
Indien de investeerder positief is na deze gesprekken, en een intentieovereenkomst wordt gesloten, is de dealzekerheid een stuk hoger. Gedurende het due diligence zal ook een stuk meer op de business en zachte indicatoren worden ingezoomd, in plaats van enkel naar financiële, fiscale en juridische stukken. Vanwege knowhow en het netwerk van de investeerder en portfoliobedrijven kan op eventuele operationele tekortkomingen ingesprongen worden.
Afhankelijk van de structuur van het investeringsfonds, zijn deze partijen vaak gericht op de lange termijn. Ze willen hun positie in de betreffende markt verder uitbouwen en zullen na overname daardoor ook meer tijd aan het bedrijf zelf besteden. De investeerder zal de reeds aanwezige sectorkennis en verstand van zaken willen aanwenden voor het bedrijf, en zal samenwerken met het betreffende management team om groeikansen te benutten. Hiermee kan gezamenlijk waarde worden toegevoegd.